298 bomme over de nigzins doorfchynende, doch in het dik- fte gedeelte wat donkererzy zwemmen mede aan de oppervlakte des waters, met deknodsjes naar beneden hangende, en in geduurige bewegingook laten zy zich vry lang in glazen met zeewater levendig bewaren. Ten 5. de Zec-Jlakdie ik noem het Eegeit je, met eene Jler op de Jluit. Dit Slakje, dat in de Natuurlyke groot te is afgebeeld by Fig. 4, A., kruipt op een tak van de Alcyonieby den Heer baster genoemd zacht getakt Alcyo- niumik heb dit Slakje vry dikwils aan onze zee-ftranden ontmoet, meest altoos op de gemelde Alcyoniumdoch wel voornamenlyk van herfst- tot winter maand; van grootte en kleur gelykthet vry wel naar eene der witgraauwe kink hoorntjes, die men kauras noemt; het is zeer overeenkomftig van kleur met de Alcyonie waar op het zit; zoo dat men, in den eerften op flag, 't zelve niet zoude aanzien voor een diertjemaar voor één lichaam met dat gewas zelve zoude hou den. Deze Slak is van onderen plat, heb- ben-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 392