zee-insecten. >11
mond ingaan, terwyl het zich door
fchudden genoegzaam daar van weet te
ontlasten.
Hoe wonderbaar kondig is zulk een
klein en byna onzichtbaar diertje toe-
gedeld door deszelfs grooten Maker
en naar den eisch van deszelfs behoeften
met alle werktuigen voorzien, beide om
zich voedfel te bezorgen, en zich te
konnen beveiligenen dit alles in den
omtrek van een dip
Een konsttuig zoo verwonderlyk
was echter eeuwen onbekend: van hoe
weinig redelyke wezens is dit mogelyk
maar befchouwd! waar toe vergroot
glazen moesten worden uitgevonden ter
ontwaarwording.
Waar is de eindpaal van gods wer
ken
Ten III. De eijertros, en eerst
uitgekomen zeekatje»
Ik vinde dat het niet onnuttig zal zyn,
by de vorige befchrevene Zee-In feiten
noch te voegen den Eijertrosen'teerst
uit den zeiven gekomen diertje't welk
V 4 tot