312" BOM ME OVER DE
eene der foorten van Zeekatten fchyntte
behooren.
Of fchoon het gedacht der Zeekatten
door verfcheiden zeer geleerde Mannen
is behandelden tot de inwendighe dee-
len toe doorzocht en opengelegd, vin-
de ik, in de navolgende befchrevene,
nochmerkelyk verfchil, zoo in 't diertje
als den eijertrosmet eenige my onder
het oog gekomene.
Ik zal derhalven de befchryving hier
van ter neder Hellenzoo als dezelve
Van my is waargenomen.
Op den 6 van hooimaand 1771vond
ik, öp hethrand van het eiland Walche
ren aangefpoeld iets flymerigs't geen
ik dachte een Qual te zyndoch by na
dere befchouwing bevond ik het een eijer
tros te wezenna dat 't zelve in een glas
met zeewater gefteld wasvertoonde het
zich duidelyk te zyn een tros van verre
over de tweehonderd druif- of besgelyke
lichaamenvan een lil- of flymachtige ge-
fteldheid, ieder bes omringd van een
taai vliesvan boven eindigende in een
fteeltje of haartje, waar door alle de
besfen zich vereenigden aan een door
gaanden taaijen bandwelks einden zich
te famen hechteden, en dus een ronden
krans