|2ö D. H. GALLANDAT OVER DÉ
kunst, waar aan ik my heb overgege
ven en tot welker voorlezing my de
Ed. Achtbaare Regering dezer ftad ge
roepen heeft, my veele gelegenheden
doet voorkomenwaar in deze drie ein
den dikwyls famenloopen, oordeele ik
het geenzins ongefchikt eene kunstbe-
oeffening voor te dragen, welker her-
ftelling zoo veel meer te wenfchen is,
als door deszelfs gelukkige gevolgen
GOD, de Schepper van al 't gefchape-
nedoor de behouding van een mensch
het pronkfluk zyner werken, op 't
hoogst verheerlykt, het menschdom,
door de toebrenging van een Lid aan
de algemeene maatfchappybevoor
deeld, en geene der minde beoeffeningen
van de Heel- en Vroedkunde voortge
plant wordt, ik meen de kunstbeoefe
ning die bekend is onder den naam van
de Keizerlyke Snedeen by welks ver
handeling ik de gunflige aandacht van
den lezer verzoeke.
De Keizerlyke Snede -is eene heelkun
dige bewerkingwaar door eene infny-
dinge in den buik eener zwangere vrouw
gedaan wordtom haare vrucht door
die opening ter weereld te brengenhet
zy