340 H. G ALLAN DAT OVER DE foortgelyke voorbeelden kunnen bybren- gen, waar van myn oom en leermeester j. h.de bruas, die veele jaaren binnen deze ftad het ftads Genees- Heel- en Vroedmeesters ampt met lof heeft be kleed ooggetuige is geweestmaar zal dezelvekortheidshalven voorby gaan te meer wyl de aangehaalde gevallen overvloedig bewyzendat men geen o- verledene hoogzwangere vrouwe diende te begraven, zonder alvorens, zoo dra mogelykgeopend te zynop dat men het kind niet laat verdikken of met zyne overledene moeder begraven"Doch het 3) is te beklagen, zegt de beroemde w heister (s), dat de Overigheid ner- 3, gens deze inderdaad Christelyke wet 33 doet onderhouden; en het fchynt, als of dezelve by alle Rechtsgeleerde 33 en beampte perfoonen onbekend en in het wetboek der Romeinen (by alle Kristen volkeren meestendeels aange- nomen) niet is te vinden".Wie moet zich niet verwonderen, dat deze jbillyke klachten, door menschlievende iri- (s) Heelkundige konstbewerkingen CXII. hoofd- ftuk. Zyne redenvoering onder 't opfchriftFoetutk ept utero ftiatris mortuté mature exfcindendum esfeis ook dubbel waardig' om gelezen te worden»

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 436