GEWYDE BEURTGEZANGEN, 391 lerhoogften propheteert, fpreekt 00k vs. 715; want hy voert eene Goddelyke tale vs. 15 en gewaagt ondertusfchen van God, als van eenen verfchillenden, vs. 14. Men begrypt wel haast, dat ik dan hier den Mesfias, als door asaph verbeeld in de Levitifche Choorzangen, bedoele, die zynen Vader, by tusfcheninlasfchin- ge, fprekende ten tooneele voert tgelyk ookgefchied vs. 1621: wanneer einde- lyk wederom de Evangelifche tale des Zoons zig vs. 22 en 23 hooren laat. Ja, indien dit moet worden toegeftemdmoe ten er ook Perfoonsverbeeldingen en Perfoonsafwisfelingen onder de Leviti fche Zangers hebben plaats gehad. En dit moet ftand gegrepen hebben, niet alleen in het opfnyden der Pfalmen, maar ook van andere Gezangen, gelyk van dat Lieddat in het Land, van Juda moest gezongen worden't geen ons je- saïas opgeeft, en van't welk de Slot zang vs. 1921 door niemand anders, dan door Mesfias oorfprongelyk kan zyn uitgefprokenin het bepaald oogmerk der Godfprake (z). Bb 4 0. XXVIII, (z) Jefa'ia XXVI: 1

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 487