GEWYDE BEURTGEZANGEN. 393 der Heldendigtenin de eigentlyk dus genoemde Gezigten, vertoonen. XXIX. Myn oogmerk is egter voor het tegenwoordige alleen, om eens eene proeve te nemen, of wy met de eerfte foortby het fchiften van eenige Bybelfche Beurtgezangen, zouden kun nen te regt raken en er onze opgegevene regelen op toepasfenter nadere ophel- deringe van den Poëtifchen nadruk. Het zoo evengemeld Gedenklied zullen wy met dit inzigt vooraf ter toetze brengen en er dan nog eenige nadere bedenkin gen over andere Liederen byvoegen. Mofe zei het op, even voor zyn vertrek naar Nebo om te fterven, en wel eerst voor eene aanzienelyke vergaderinge der Oudften en Amptlieden uit het gantfche leger opontboden (a); en naderhand, buiten twyffel herhaalde reizen, mis- fchien in het leger van elke Stamin ver- vanginge met Hojea den zoon van Nun (b). Mofe kwam hy en Hojea de zoon van Nun dat is te zeggenNa de algemeene goedkeuringe en erkentenisfe van 't ge- Bb 5 zag Ca) Deut. XXXI28-30. Cb) Deut. XXXIi: 44, 45.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 489