X L I I Heere, en zoo veel te wonderbaarder, als zynaar menfchelyke wysheidnoch onty- dig en te vroeg gefchied fcheen. Echter had zy de gelukkigfte gevolgente meer wanneer maar weinige dagen daarna, en wel op den 6 Aprïl van dat zelve jaardeze ftadwaar in wy thans het voorrecht hebben dit ons Ge- nootfchap geplaatst te zien vrywillig en zon der door buitenlandsch krygsvolk of Water geuzen gedwongen te zyn, tydig s' Prinfen zyde koos, en welke door het uitdryven der Waa ien en afweeren der Spanjaardende eerfie was die de Vryheid aan een zetel hielpwelke zy federt manmoedig verdedigde, en Alva, doch voor hem te laat, deed ondervinden, dat dit Pit- chilingo geen nada nadamaar wel de fleutel der Nederlanden was. Mocht het 's Hemels gunftige Voorzienigheiddie dezelve tot een zoo wichtig einde behaagd heeft te gebruiken noch behaagen dezelve lang in Zyne befcher- mïng te houdenhaaren bloeiftand te doen her leven, en te geven, dat oe laate nakome- lingfchap fteeds met dankbaarheid dikwils het Eeuwfeest viere van deze zoo gewichtige ge beurtenis De omftandigheden daar van na te gaan en UEds. voor te houdenzoude zyn den fikkei te Haan in eens anders oogst, of wel eene nalezing te doen van de zoo naauwkeu- ri-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 48