GEWYDE BEURTGEZANGEN. 395
Ook fchreef hy het niet op uit zyn hoofd,
maar het was reeds bekend, eer hy aan
't fchryven ging. Dit blykt uit het be
vel, dat hem Jehova gaf: en nu jchryft
ulieden dit Liedrrvipir-ni? Er
wierden ook meer Affchriften van ge
maakt dan eenS3,1? wrp fchoon Mofe
eerst eigenhandig met het opftellen van
het oorfprongelyk en egt Affchrift be
last was. Zoo fchreef Mofe
dit Lied ten zelfden dage (d). Ik ben er
ook niet vreemd vanom de fpreekwy-
ze Otf'93 nts'ty (e) zoo op te vattendat
er het onderwys in de toonen en het
maatgeklank, by het opzingen van dit
Lieddoor wordt aangeduidt't geen
dan Mofe aan Israël zoo wel leeren moest,
als den zin en beteekenisfe der Gezan
gen, in het Lied voorkomende. Leg
het in hunnen mond,
§f XXXI Jehovahdie in de Tente en wol-
kenkolomne verfchenenzuas, toen de wolken-
kolomne boven de deure der Tente ftond
(f), geeft in Mofes verhaal van 't geen
hem,
Cd) Deut. XXXI: 22.
(e) vs. 19.
Cf) vs, 1618.