GEWVDE BEURTGEZANGEN. 397 fpreker in dit ons Lied moet Jehova zyn; en de Wolkenkolomme, die,in de God- delyke vertooninge der zigtbare tegen woordigheid eene zinneprent fchynt ge weest te zyn van zynen Hemelfchen {loet, uit Engelen en Zalige fchimmen beftaan- de, kan die Hemelen verbeeld hebben; welke by den aanvang van 't Lieden bepaaldelyk in den Voorzang, worden opgeroepen, om Gode grootheid te ge ven (h). Wy mogen dit hier, kortheids- halven, niet omftandiger uithalen. XXXII. Maar terwyl Mofe den rang krygt in het opzingen voor Jofua zal het ook hem, in de hoedanigheid van Acteurop dat ik zoo fpreke, opge dragen zyn geweest, den perfoon van Je hova Mesfias te verbeeldenen dus aan Jofua dien van het Hemel-Choor. By welke fchikkinge dan de toeluisterende Aarde vs. 1. niet flegts Israëlmaar, ge- lyk het woord Aardeen de aard der za ke en den Slotzang vs, 43 fchynen te vor deren, ook de Heidenende omliggende barbarenja alle de volkeren des gan- fchen aardbodems, ten minften in zoo ver- Cd) Deut. XXXII: 3. verg. v. hofstede By- zonderheden I Deel. bl. 215.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 493