X L I I I rige als getrouwe wyzewaar mede de Wel Eerw.Heer Jona Willem Te Water, dien dit Genootfchap zich tot eer rekent onder deszelfs Leden te mogen tellen, de naaste aanleidinge, den juisten dag, de byondere wyze, en dege- wenschte gevolgen van die groote omwente- linge met den druk gemeen gemaakt heeft, in het tweede hoofdftuk van dat werk, waarin zyn Wel Eerw. de plechtige Inhuldiging van Zyne Doorluchttige Hoogheidonder wiens befcherming dit Genootfchap lange veilig zy en bloeije, ten jaare 1766 befchreven heeft. Genoeg zal het voor my zynindien ik door deze fchetsgewyze herinnering eenig bewys heb mogen géven van myne bereidwilligheid om ook door dit Genootfchap de geheugenis van 'sHemels Voorzienigheid, blykbaar in de gefchiedenisfen van 'tverloste Vaderlandje ver levendigen en met UEd3- in te Hemmen in de beoeffening van de eerfte wet van het zelve en deszelfs groot oogmerkde eer van God en het welzyn van den evenmensch te bevorderen. De derde algemeene vergade ring, gehouden den negenentwin- tigften van wynmaand des jaars MDCCLXXii, werdt begonnen met eene

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 49