GEWYDE BEURTGEZANGEN. 411 MES SI A S en M O SE. HEMELCHOOR en JOSUA. Uitgeteerd van den honger en opgegetenzal ik karbonkel Ik zal zien wat hunne uitkoomjle zal zyn Want zylieden zyn eengejlagte van verkeerdheden Zonenin welke geene trouwe is. Zy hebben my tot yver verwekt door eenen Niet god. Zy hebben my tot toorn verwekt door hunne ydel- heden Ik zal ze dan tot jaloersheid dwingen door een Nietvolk Door een dwaas volk zal ik ze tot toorn verwekken Want reeds is er een vuur aangejloken in my- nen toorn En Jlraks z af.t branden tot in den afgrond beneden: En Jlraks zal V de Aarde met zyn inkomen opeten En de grondvesten der bergen in vlamme zetten. Ik zal rampen over hen opeenjlapelen Myne pylen zal ik alle op hen verfchieten. Bit heek juist de drie lettergrepen van te veel, wil men hem met de overige gelyk ftellen. En zoo dit doorgaat, moet men dus lezenvolgens XIII. Messias en mose. Ik zal myn aangezigt van hen verbergen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 507