GEWYDE BEURTGEZANGEN, 421 de Bruid fpreken. Edog ik durve wel rond uit verklarendat ik tot nog toe geene oordeelkundige fchiftinge der Per- foonsafwisfelingen in dat Gedigt voor komende, als in het oudfte en kunftige Tooneelftuk vereischt word, ergens ge vonden heb. De verdeel in ge van den Heer bossuet in zeven dagen (t) vol doet aan dit oogmerk niet, al zoo min als het vermoeden, even of theocri- tus zyn Herdersdigt en de Grieken in 't gemeen hunne Choren uit dit Zang- ftuk ontleend zouden hebben (u). De Heer michaelis heeftby zyn vreemd ftelzel van de bedoelinge der gemeene Huwelyksliefde in dezen Beurtzang, niets van dien aard opgegeven (v). Wat my betreft, ik meene in dit Gedigt meer Perfoonenniet zoo zeer Stomme,maar wel Sprekende te kunnen vinden, dan men zig tot nog toe verbeeldde. De Dogters van Jerufalem worden er meer dan eens in aangefproken en zouden zy dan nergensby wyze van een Choor- zangiets antwoorden Blykt niet het tegendeel uit dit vragen Cap. VI1. Dd 3 JVaar (t) zie low th 1. c. p. 394. 00 lowth, 1. c. p. 39ó, 397- (v) michaelis notaeinpvsel.xxx,p. 155fqq.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 517