GEWYDE BEURTGEZANGEN. 433' nog een ander vreemd woord nader be- kragtigd word, gelyk Pf. IX: 17. door Higgajon Sela, fchynt dit vermoeden voor eenen Beurtzang nog aannemelyker te worden. LV. Hier zou ik kunnen eindigen; indien er in 't Gebed van habakuk(c) niet drie Sela's voorkwamen. Daaren boven vinden wy by het zelve een Op- fchrift niet alleen, maar ook een Onder- fchriftwelke beide onzen aandagt naar zig trekken. Het Opfchrift luid: Een gebed Habakuksdes Propheet*op Sig- jonothen het Onderfcnrift Voor den Opperzangmeester op myn Neginoth. De Heer scheltinga heeft, in navolgin gevan cappellus, dit Nafchrift voor eenen Opdragt aangezien (d), en als uit den titel hier overgebragt, om te ken nen te geven, dat dit Gedigt wel eens in het openbaar by de Kerk zou moeten gezongen worden. Maar wie en merkt niet, dat, met den aanvang van vs. 17. eene gansch andere tale begint gevoerd te worden, dan die, welke in vs. 16 en 111. deel. Ée op- (c> Cap. iii. <d) Comment, p. 426,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 529