436 A. P. N A H U Y s beentjes gehard, dagt zy, dat het wel zoude bedaarenof mooglyk een beent je zyndat ontlast moest wordendog zig herinnerende zelden veel pyn in de Pisbuis, veel minder Op bopping van Wa ter door het ontlasten van Steentjes ge had te hebben, en ook nu in lang geen pyn door het nederzakken van Steent jes uit de Nieren in de Pisleiders gewaar geworden zyndebeflootzy my om raad te vragenIn den eerben opfiag was ik ook niet vreemddat het een Steentje zoude zynhet welk mooglyk, doordes- zelvs verblyv in de Blaas, wat grooter was gewordenen nu in den hals van de -Blaas gefchoten, dog by nader onder zoek kwam het my waarfchynelyker voor eene fcherpe prikkelende bof te zynwelke zig op den hals van de Blaas gezet hebbende dezelve krampagtig toe- iloot. Ik ried Haar veel Amandel-melk of Melk en Water te drinken, fchreev ook tevens een verzagtenden en ligt Wa ter-dry venden Drank voor, en liet Stovin gen van Zoete Melk en Spaanfche Zeep, tegen s het ganfche onderlyv, aanleggen en dikwils ververfchendog zonder vrugt. Geene ontlasting krygende werd zy hoe langer hoe benauwder, en de blaas was

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 532