W A A R N E E M I N G. 441 Steentje in de Blaas mogte gezakt zyn voortekomendat het zelvein den nog meer of min ontllelden hals der Blaas zak kende, door zyne prikkeling geen nieuw toeval van Opitopping veroorzaakte. Hoe heilzaam ook deze raad was, had dezelve egter het allernoodlottigst gevolg, want, op Zondag den 4, Febru ary de Lyderesfe met eene van haare Zusters en ééne meid in huis zyndehad de laatstgemeldeterwyl de Jonge Juf frouw eens na beneden gegaan waseen opgehoopte test met vuur in een ftoov gezetwaar door dezelve aan het fmeu- len geraakteen de kamer met rook ver vulde de te bed leggende Lydefesfe, hier door ten uiterllen ontroerd, fchreeuwde uit al haar magt, dog kreeg geen ge hoor, en, dewyl zy uit hoofde van de Vrees, die zy voor eene nieuwe opllop- ping van water had, het bed niet dorst verlaaten, trof deze ontroering haar zwaarder, dan zy wel dagt, gelyk zy onmiddelyk op dezelve met benaauwd- heid op de borst, en een korte en afge- broke kug werd aangetastdog deeze in den beginne langzaam toeneemende, en deor haar hardvogtigheid minder agt Ee 5 ge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 537