444 A. P. N A H U Y S befpeuren, zonder eenige zigtbaare out- lastinge op de dagen der Scheidingeim mers de Lyderesfe loosde geen Fluimen maar alleen een dunfchuimend vogt,het water was ook, geduurende al dien tyd, raauw, zonder eenige kleur en zonder zetzelde Koortzen bleven ook gefladig aanhouden, zoo dat, de eene af zynde de andere weder begonde nagten wa ren meest al flapeloosenwanneer de flaap haar al eens overmeesterdewerd zy met groote Benaauwheid, Hoesten, Braakenen zomty ds ook verward in haar denkbeeldenwakker. Dit alles zamem gevoegd deede my zeer weinig goeds van de gevolgen der Ziekte voorfpellente meer dewyl de kragten ook dagelyks verminderdenhet kwam my dus vry zeeker voor dat, of de Dood of eene Verettering, of, waartoe ik, wegens de langduurigheid en aanhoudendheid der toevallen, het liefst befloot, eene Verhar ding der Long, die binnen weinig tyds ook doodlyk zyn moest, het gevolg van deze Ziekte zoude zyn. Ik volharde egter in het bovengemelde met alle naauwkeurigheid te laaten in het werk Hellen, en de Lyderesfe was hier toe ook zeer gewillig en lydzaam, niettegenftaan-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 540