^74 s- van nooten gebruik Myne vrienden verflag van de zaak doende, voorzaagen wy zeer wel, dat, zo er al eene geheele herftelling plaats mogte grypenhet door deeze geauuri- gen teruggang, nog al lang zoude kunnen aanhouden, en door onze dagelykfche beezigheedenons niet altoos op eene vasten tyd te gelyk kunnende bepaalen beloofde ikzo veel ik 't bybrengen kon- de hem te zullen bezoekenen de gehee le zorg op my te neemen, hen verzoe kende my, met hunnen raad, en zoodik- wils mooglyk was, met hunne tegen woordigheid te willen byftaanwaar in zy geern bewilligden, en de Heeren homberg en krieger, broedervan den Lyder, die by alle myne proeven teegenwoordig geweest zynhebben my hier in geene geringe hulp gebooden. Maandag den 26. 's morgens om 8 uu- ren vond ik hem zeer bedaard, hy had zeer wel gerust was veel fterker als den voorigen avond, zonder hyging of beeving, en Hond zonder eenige moeyte van zyn ftoel op maar kon niet dan zeer gebrekkig, met fleepende beenen en met behulp van een ftok, gaan, zynde zyn polsniettegenftaande zyn pooging om te

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 570