observatio anatomica. 495
Menfe Februario anni 1765. Nofoco-
mium Amftelodamenfe ingrediebatur ho
mo procerioris flaturaein medio aeta-
tatis flore conftitutusqui de gravisfima
Pectoris anxietate conqueftusaltero die
quo domum intrarat, iubito moriebatur.
Ab Amplisfimis civitatis Amftelodomem
fis confulibus impetrata fubinde venia,
defun&orum corpora in Theatro Nofo-
comii privatis fedtionibus anatomicis fub-
jiciendi, (quorum Nobilisfimorum viro-
rum benevoientiam toties in me collatam
memori mente gratus agnosco) cadaver
praedidti viri in Theatrum apportandum
curavi.
Dis-
In de maand February des jaars 17Ó5. kwam, te
Amfterdam in het Gasthuis, zeeker perfoon, van
een kloek geitelzynde in den bloey van zyn ja
ren.- Die over zeer zware benauwdheid op de
borst geklaagd hebbende, daags na hy in het Gast
huis gekomen was, fchielyk overleed.Van tyd
tot tyd verlof van de Ed. Groot Achtb. Heeren
Burgermeesteren der ftad Amfterdam ("welkers ge
negenheid, my zo dikwils te beurt gevallen, ik niet
dan met zeer groote dankbaarheid erkenne) verkre
gen hebbendeom een bepaald getal van doode li
chamen in de Ontleed-plaats van het Gasthuis tot
myne byzondere oeffeningen te mogen behande
len, liet ik daar het lyk van gemelden man verzor
gen.