OBSERVATIO ANATOMICAi 495I fpatium a claviculis ad infimam coftae quintae marginem adimplenspulmoni- bus ad latera coftarum adpresfis. Obftupui fane ad infolitum hocce phaenomenon primoque intuitu Cor pericardio fuo involutum me intueri pu- tabam, verum tumore a parte inferiori elevatonobile illud vifcus fub masfa ilia adgravante maxima pro parte abfcondi- tum latere animadvertebam. Tumor hie ardliori principio a clavi culis incipiens, arcuatam coftarum fle- xuram fequens, in latius fpatium fe exten- debat ad inferiorem usque marginem co ftae quintae, in fmiftro latere mufculo I i 2 fca- ruimte van de fleutelbeenderen tot denbenedenften rand van de vyfde ribbe opvullende: zynde de lon gen aan de zyden der ribben vastgedrukt. Ik ftond inderdaad op het eerfte aanzien van dit ongewoon verfchynfel verbaasd, In 't eerlte voorkomen meende ik, dat ik het hart binnen zyii zak befloten zag,- maar het gezwel van onderen op- geligt hebbende, vernam ik, dat dit edele inge wand voor het grootfte gedeelte onder die zwaare klomp verborgen lag.Dit gezwel inet een nauw begin van de fleutelbeenderen oorfpronk- Ivk, ftrekte zig, ingevolge de boogwyze bogt der ribben, in een breeder tusfehénruimté, tut den be nedenften rand van de vyfde ribbe, in de linkdrzy- dë

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 595