506 J. VEIRAC OVER EENE heid genotentot dat hyop den gezeg den ouderdomover zwaare drukkende pyn in de lendenen klaagdewelke ver minderde, na dat hy eenige reizen gra- veelige pis geloost had. Dit duurde tot zyn 18. jaar, wanneer hy tot zyn 20. onder de gewoone toe vallen van tyd tot tydeenige zeer klei ne fteentjes door de Urethra loosde. Ik weet niet, welke Geneesmiddelen hy gebruikt heeft; alleen, dathy, tel kens als de pyn fel en de pislozing zeer moeilyk was, op raad van een Dorps- Chirurgyn, eene kleine pil flikte, die de pyn bedaarde, en dat deze, zulks niet gefchiedendedoor eene tweede gevolgd werddie hem rust verfchafte. Buiten twyffel is 't heulzap 't werkend ingredient van dit middel geweest. Eindelyk raakte hy geene fteentjes, en weinig graveel-zetzel kwyt. De lyder begon, kort voor zyn 21. jaarover pyn in de linkfche borstholte, agterv/aards onder de 7. rib3. duimen van de Spinate klaagen. De pyn was van moeilyke ademhaling en hoest ver- zeld. Het geval werd aan eene ligte ver koudheid toegefchreevenen eenige wee ken verzuimd. De

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 604