5IO J. VEIRAC OVER EENE geweldigen hoest, van eene haemoptoe gevolgd. Het bloed was gelyk het in den bloed- hoest gemeenlyk is, uitgezonderd, dat ik in 't zelve 16. fteentjes vondvan welken de kleinfte is, als de knop van een kleine fpeld; de grootfte als een Zaadje van Staphis agriaedog allen van dezelve kleur en hoedanigheid als de voorgaandeneenigzins gezuiverd zyn- de, weegden zy t'zaamen f fcrupel. Ik liet hem ten derdenmaale dezelve hoeveelheid bloeds aftappendezelve geneesmiddelen (de pilulae pefior. uitge zonderd) gebruiken, en een Eleojacch van het 01. AJphalt. De lyder werdom kort te zyneen volmaakte phtificusen loosdeeerst met min of meer bloed, vervolgens met hin kende etterfluimen, in 20. dagen, 10. fteentjes j volkoomen aan de anderen gelyk, eindelyk een enkel langwerpig ftukje, op het eerst aanzien met een fragment van een gecarieerd been over eenkomende dit ftukje heeft de leng te van van een duim, 1» lyn dik te. Het werd van een andergrooter dan de grootfte der voorgaanden, ge- veeh

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 608