longe-teering. 513
bierglas vol van de gezegde pusdie ik
'er met alle mooglyke voórzigtigheid uit
nam. Ik vond ook inwendig nergens
beenbederf, nog holligheid.
Ik liet den etter op een zagt vuur uit-
droogen, en hield, het refiduum vervol
gens behoorlyk behandeld zynde12
greinen fyne aardftoffe over, volkomen
gelyk aan de gepulverifeerde gips met
de fluimen ontlast en het niergruis
uitgezonderd dat zy bruiner is.
Ik beruste hiér mede in dit eenvoudig
verhaal, en zal liever, in vergelding van
nuttelooze gisfmgenen het uitweiden
over zakendie geene opheldering ver-
eisfchen, uit veele waarneemingen ee-
nigen by brengen, ter ftaaving, dat het
gevalzoo ver het tot de Lithiajis in de
longen betreklykis,niet zeldzaammaar
egter deszelfs mededeeling nuttig zy.
galenus, trallianus, are-
taeus en p. aegineta, fpreeken
reeds, fchoon eenigzins duister, van
longfteenendog aetius duidelyker;
"Ik hebbe", zegt hy, "eenen lyder ge~
kendby wien vier of vyf fteentjes uit
de long gekomen zyn (b).".
iii. deel, Kk BE-
(b) Cap. XXXI.