den, want zy kan nieuwe krytfteenen
in de long voortbrengen.
6. Staal-myn-waterfchoon voordee-
lig, moet in geringe hoeveelheid telkens
gedronken worden, op dat de fteen,
door te groote uitzetting der longeniet
in beweeging raake &c.
7. Zomtyds zyn 'er veele ileenenen
fchoon 'ereenigen uitgeworpen zynver
wekken de overigen verzweering en tee
ring, gelyk by Plucknet en anderen ge
beurd is".
Dus ver morton (v).
Dat myne medegedeelde waarneeming
in veelen opzigte zeldzaam en nuttig
zyis uit deszelfs beloop te duidelyk op-
temaken dan dat ik 'er my over uitlaate.
Kk 4
B E
LONGE-TEERING, 519
(v) Loco citato a pag. 137 ad 141.