532 J. F. HENNERT OVER DE tuurlyk is,als het gevoel van ons aanwezen. Was de aarde uit eene zelfde ftofFe fa- mengefteld, by voorbeeld uit water zo was het niet onwaarfchynlyk dat haare figuur zoude regulier zyn, en dat zy zelfs van eene bolronde weinig zou verfchillen. Maar dewyl de aarde uit vloeibaare en vaste ftoffen beftaatis het ook niet on- begrypelykdat zy geene reguliere fi guur heeft. Het evenwigt der vloeiftof fen is immers aan andere wetten gebon den dan dat der vaste lighaamenby ge volg kan het evenwigt tusfchen vaste en vloeibaare ftoffen, volgens de hoedanighe den der vloeiftoffen alleen, niet bepaald worden gelyk Huygens en meest alle andere wiskunftenaars gedaan hebben. De vloeiftoffen persfen in evenredigheid van haare hoogten en grondvlakten maar de vaste ftoffen persfen naar mate van de masfa. Waar uit volgt, dat het evenwigt tusfchen twee vloeiftoffen van verfcheidene digtheid in communice rende pypen bevat, zal volgen, wan neer de hoogten der vloeiftoffen in om gekeerde reden haarer digtheid ftaan. Op deze grondftelling fteunen ten deele de navorfchingen der wiskonftenaa- ren. Maar de vaste lighaamen persfen naar

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 632