556 J. F. HENNERT OVER DE
9, 7087107, dus N O, 5114 of r~..
Bygevolg verandert de gevondene equa
tie E C N (B A) N (b a)
c e in de volgende 285 o 51
(b a) c e, of 285 c e o,
51 (b a). Op dat de fomme der 4 cor-
redtien 285 bedrage, en om de correc-
tien zo klein als mogelyk is aantenemen
zo moet men de corredtien e en a nega-
tif Hellen. Dus zullen de waare graaden
door E e en A - a in de plaats
van E e, en A -f a moeten uitgedrukt
worden. Waar uit volgt, datdegeme-
tene graaden onder den evenaar en on
der den polus-cirkel moeten vermin
derd maar de Hongarijche en Paryfche
vermeerderd worden, het geen met de
in $5 opgegevene afdwaalingen wel over
eengebracht kan worden. Daar door zal
ook de laatfte equatie in de volgende Ver
anderen 285 c e -f- o 51 (b a).
Uit die equatie volgtdat de corredtien
b a, grooter moeten zyn dan de cor-
rediienc e, dewyl b -f- a mét5§§ gemul
tipliceerd is. Aangezien de voordeelige
omftandighedenin welke de afmeting
des graads onder den evenaar voltooid
is, kan ik geene grootere corredtie, dan
a 46 toifentoelaaten. 8. Onderftel-