5<52 J. F. HENNERT OVER DE
grooter is. Het tegendeel heeft plaats
omtrent den Amerikaanfchen en Noord-
fchen graad.
4) Vergelykende de verfchillen tus-
fchen de berekende en gemetene graa
den met diewelke wy 5 uit de eigen-
fchappen der Ellips, (waarvan het ver
fchil der asfenzonder corredtie der graa
den D 3§j was) afgeleid hebbenzal
men vinden, dat, onder delaatfteonder-
fteilingen der asfen die van D =5 4,,
met de eerfte onderftelling van D 4?
het best overeenkomt, en dat ook de
Noordfche graad beter met genedan
met deze onderftelling overeenftemt.
5) Dus alles wel overwegende, komt
het my voordat indien men eene El
liptische gedaante aan de aarde wil toe-
fchryven, men het naaste aan de waar
heid komt, onderftellende den graad
onder den evenaar 56707 toifen,
en het verfchil der asfen 4? of =5
9i 0041133.
3) Dat de overige zeven graaden beter
met een Ellipswiens asfen minder van
elkander verfchillenovereenkomen. Het
welke ook uit de fomme aller verfchil
len blykt dewelke maar 103 uit
maakt voor D 5^en 277 geeft
voor D rp.