WAARE GEDAANTE DER AARDE. 569
ook zo berk niet verminderd, om aan
die onderbei ling een meerder gezag by
te zetten. En ten 3) die aanmerkelyke
overeenbemming onder de graaden tus-
fchen 430 en 49^ breedte wordt hier
grootlyks gekrenkt.
17. Ik zal, door middel van de
Methode der interpolatie, eene belkundi-
ge formule, tot het berekenen der graa
den des Meridiaansopbellendewyl
men zich met veel nuttigheid van dezen
weg bedienen kan, wanneer het moei-
lyk valt de verfchynfelen of de proef
nemingen tot een algemeene wet over-
tebrengen.
Men verbeelde zich eene kromme lyn
PYwiens as is A O(Fig. II.) op wel
ke het begin der abfcisfen by A is. Men
trekke de ordinaat en AP, BQenz. De
abfcisfen AB, AC, of x, bellen de fi-
nus der breedten voor, de ordinaat en
AP, BQ enz. beteekenen de lengten
der graaden. Men kan ook de kromme
lyn op eene bekwaamere manier dus be-
paalen. Men trekke PL met AO pa
rallel, zo blyvende abfcisfen PM, PT,
PN de abfcisfen AB, AD, AC.
Maar de ordinaat en Q,M, ST enz.
N n 5 zul-