conftituta funtplantarum generaad- modum pauca funt, quae tanta fe com- mendant fpecierum copia, atque illud, quod CI. browne primus condidit, Echitis genus. Ifte quidem non nifi unicam eidem generi adfignavit fpeciem, fed CI. jacquin, itidem ex Americana peregrinatione reduxita numerum fpe cierum auxit, ut ad decadem exfurge- retcui quidem postmodum 111. a. lin- Né unam demfit, in editione ultima fy- ftematis NaturaeEchtten nempe fcan- dent emast binas alias ibidem adftruxit caudcitam nimirum et fcholarem. Nihi- lo tamen minus hocce genus nondum O o 5 omni- ECHITE SEM1DIGYNA. 585 die in latere tyden zyn vastgefteld, zyn 'er zeer weinige welke zich door een zoo groot getal van foorten aanpryzen, als het geflacht van de Ecbites, 'tgeen BROWNE eerst gevonden en be- fchreven heefc. Deze heeft wel maar e'e'ne foort van dit geflacht aangeteekend, doch jacquin, van zyne reize door America ook wedergekeerd zynde, bracht deszelfs foorten tot een tiental, waar van linnjeus, in de laatfte uitgave van zyn Syflema Natnra, wel eene foort heeft uitge- nionfterd, te weten de Ecbites Scandensmaar h y heefc er tefiens twee andere bvgevoegd, namelyk de Ecbites caudata en Jcbolaris. Evenwel denke ik dat dit geflacht in alle zyne foorten noch niet ge noeg

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 687