RING DES WATERS IN EEN VYVER. 595 gefneuveld zyn, toen ik de moeite had om ze by de eerfte te laten begraven. Naderhand belpeurde ik niet het minfte leven op den vyver.Nu twee maan den geleden heb ik op nieuw 500 botten in denzelven geplaatst, en noch over acht dagen 30 a 40 groote en kleine fnoukenwelke noch fchynen te leven alzoo ik tot heden geen doode visfen heb vernomen.My is bekend de groote fterfte over eenige jaaren in de vesten van Middelburg en Goes, ook in ver- fcheidene andere vyvers, en wel byzon- der in den cingel-vyver rontom het ei land van 't Huis te Oost-Cappelle.— Daar het meer dan waarfchynlyk is, dat men de reden van deze ongevallen moet zoeken in 'tkeeren van 'twater, gelyk men 'tnoemt, zou in bedenking kunnen komen, welke de oorzaak zy, dat de zoete wateren binnen 's lands in de vesten der liedenkanaalenvyvers enz.zich dikwerf komen te keerenen de vis, die zich daar in ophoudt, llerft; welke middelen zouden kunnen in 't werk gefield worden om die keering van 't water voortekomen, en voor het tegenwoordige of het vervolg te doen ophouden? p p 2 Mag

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 699