l x i v
terkundigen arbeid van fommige
Leden en anderendie door hunne
toegezondene verhandelingen en
waarnemingen het gemeen zoo wel
als het Genootfchap aan zich ver
plicht hebben, welker voorbeeld
anderen tot een fpoorflag zal ver»
ftrekken om ook het hunne toe te
brengen tot uitbreiding der weten-
fchappen en nuttige kunften.
Ook mogen wy niet verzwygen
de edelmoedigheid der Heeren
winckelman, sandifort
hofstede, slabber, hage-
man en anderen, allerbyzonderst
van den Heer van da mme, die
de boekverzameling van het Ge
nootfchap door hunne gefchenken
hebben vermeerderd, terwyl de
Heeren maurits en van der
meulen het zelve met eenige
zeldzaamheden van het ryk der na
tuur verrykt hebben. Zulke bly-
ken yan toegenegenheid vorderen