db8 J. BASTEK OVER
Terwyl wy nu als landbouwers, ge-
duurende den winter, wanneer alle groei
ftille flaat, naar den zomer op de uitkomst
van onze herhaalde proefneming moeten
wachten, zoo kunnen wy als Natuur-
kundigen^onze gedachten laten gaan over
die vermeenigvuldigde voortteelingdaar
deze proef ons aanleiding toe geeft.
UEerw. weet, dat die wysgeeren, die
van alleshoe zeer ook nog voor 't men-
fchelyk begrip verborgen, reden willen
gevenen nooit durven zeggenIk weet
het nietde moeijelykheid ondervinden
de om werktuigkundig 'mechanicede ver-
meenigvuldigende voortteeling van geor-
ganifeerde lichaamen uit te leggenver-
onderfteld hebbendat die reeds van den
beginne als vruchtbeginfels (germina)
gefchapen en in wezen zyn geweest.
Deze eerfte onderftelling brengt twee
andere voort:
Of dat deze oneindig kleine vrucht-
beginfeltjeshet een in het anderals
de Neurenburger doosjesopgefloten
zynen met 'er tydhet een na het an
der, daar uit voortkomen.
Of dat de vruchtbeginfels overal door
het Heel-al verfpreid zyn, en voortko
men, zoo dra zyeenig lichaam ontmoe
ten,