614 j. b aster over enz;
onderftelling" zoo min ongerymdheid en
onmogelykheidals dat een mannetjes
boomluis {Aphis') zyn wyfje tot in zes
op elkander volgende gedachten, gelyk
men weet, kan bevruchten.
En ik geloove, dat de Oneindige Al
macht zich, ten tyde der fchepping,
niet aan een eindig getal van voortbreng-
fels bepaald heeft, en dat de voor alles
en altyd zorgende Voorzienigheid by
geen eenvoudige ontzwachteling berust
maar, altoos werkzaam zynde, aaneen
georganifeerd lichaam de kracht geeft,
om nieuwe vruchtbeginfels en dus ook
Zyns gelyk voorttebrengen.
Na my in de continuatie van UEerw,
hoog ge-edimeerde vnendfchap aanbe
volen te hebben, zoo blyve met alle
achting
BE-
Zeer Eerwaarde en Geleerde Heer
UEerw. Ootmoedige Dienaar
JOB BASTE R.
Ziericky.ee den
zo December 1772.