6l6 BERICHT WEGENS eilZ. fchip zoodanig met rook bezet vondt dat men voor brand vreesde. De rook opgeklaard zynde, erinner- de de Capitein zich eenigen tyd daar na een bericht, dat men wel eens-ver andering in de wyzing der Compasfen befpeurt, na dat een onwêer dezelve getroffen hadwaarom dezelve ook de zyne onderzocht, en bevondt, dat de twee Compasfen, welke in het nacht huis gedaan haddenweinig veranderd waren maar alleen een dreek meerder Noordwestelyk dan te vorendoch vier andere, welke geduurende het on wêer in de cajuit gedaan haddenwa ren veel veranderdfchoon dezelve haa- re gewoone levendigheid behouden had den drie derzelve wezen 56 en 7 ftreken te westelyk, en het vierde was geheel veranderd, daande de lelie, in plaats van in het Noordenin hetZuiden. Dit laatde Compas isdoor den voor noemden Capiteinaan Pieter Joosting en zoon, Compasmakers te Amjierdam ter hand gedeld, die by den ontfangst van het zelve het dus bevonden, als de Capitein het hun befchreven had. B DE

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 720