zelve ter hand Hellenten einde 'er een uittrekzel van te maaken. Ik heb dan het zelve zoo uitgetrok ken dat ik alle de waarneemingen om trent de verfchilzichten in hun geheel heb ter neergeHeld, als zynde een zaak waar het meest op aankomt, om den afiland der zonne te bepaalen. Ik heb voorts maar alleen de uitkom- Hen der rekeningenzoo van de evenre digheden, als van de waarneemingen, aangeteekend. De overgangen van Venus in 1761 op 25 verfcheiden plaatzen waargenomen, heb ik ook overgeflagenom dat men dezelve reeds in verfcheiden andere wer ken vindt. O (8> Het moet aan veelen ongetwyffeld vreemd voorkomen, dat het ver- fchilzicht van de zon, fchoon zulk een gewichtig en als het ware fundamenteel deel der Herrekunde, noch niet naauw- keurig bepaald is by de Herrekundigen; daar zoo veele zaaien in deze fchoone we- VAN VENUS OVER DE ZON. Ó2I

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 725