Vryheid! gy wordt draa belaagt; Van binnen zal 'er onweêr broejen Van buiten zullen ftormen loejen, Dat al het land 'er van gewaagt. Krenkt Karei 't recht der Zeevaardye Wil Lodcwyk zyn heerfchappye Uitbreiden; men zal 't vloekverdrag er Teems en Seine, tot uw ondergang, haast hooren^ Juist honderd jaaren na den dag (h) Dat Briel uit Vryheids-min den Prins' hadt trouw ge- zwooren; Hoe moeten, voor 't vereend geweld Der Vorften, nu de fteeden buigen; Dat konnen drie gewesten tuigen Die, eer het jaar ten einde fnelt, Alom zien vreemde ftandaarts planten. (T) Wyl Tweedragt, met haar vloekverwanten, Al 't Land in rep en roere zet Zal dolle Muitzugt ftraks het hoog gezag vertreeden. Hoe wordt de veege Staat gered? God zelf zal tot zyn heil zyn wondermagt befteeden.' (h) Den 7den der Grasmaand 1672 verklaarden' Vrankryk en Engeland den Staat den Oorlog. (i) Gelderland Utrecht en eenige Hollandfche' Steeden raakten in de magt van Vrankryk, terwyl genoegzaam geheel Overysfelen een gedeelte van 't land van Zutfen den Keulfchen en Munfterfcheiï in handen vielen. (lxxix) Hy

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 85