l x x x i r
't Wil alles 't onderft' boven kceren,
Zo niet de groóte Heer der Beeren,
Op nieuw, der woede paaien Helt.
Houd moed! Hy geeft eerlang op aller vroomen bede,
Door middel van 's Lands dierbren Held,
De binnelandfche rusten buiten 's Lands den vrede, (q)
Juich Vryheid! Juich! de Batavier
Telt u nog by zyn dierbre febatten;
Eer zal hem 't bloed uit dc ad'ren fpatten
Eer hy een wetteloos bellier,
Daar zieldwang zich op durft beroemen
Niet in zyn hart zal haatlyk noemen;
Of fchoon de laffe vleizucht finaal'.
n Wy willen veel om goed, maar meest om vryheid ftrv-
den.
(Dus luidt der Batavieren taal)
„Wy konnen van ons bloed, maar niet van Vryheid
fcheiden''.
■45a»
Geen Vryheid, die het hoog gezag
Beftrydt van wettige Ov'righeden
Die 't Recht balddadig durft vertreden
Die alles doen en zeggen mag
Dus breekt men alle tugt en orde;
Op dat de Vryheid woestheid worde.
Neem
(q) De Akenfche Vrede 1748.
J®.
I (XJT.iQfl V; /I t 'J,