Vrage voor 9t jaar MDCCLXXïï. 6f
En welke voorzigtigheid gebruikt MA-
ro nietin het midden zyner Verruk-
kinge, door die Gevolgtrekkingen aan
anderen toe te fchryvendixêrezonder
die zelf te onderteekenen Waarlyk
zoo lang men de Ontleedkunde der
Planten niet tot eene grootere volmaakt
heid gebragt heeften er eene willekeu
rige werkzaamheid (die ik in het Kruid-
je roer my nietgeenzints kan vinden
zoo lang ik nog iets van de Proeven der
jElektriciteit geheuge) in aantreft, meene
ik, dat het nog geene tyd is, om, tot
het aanwezen van de zielen der Planten,
te mogen befluiten. Behalven dat er nog
geene redenen zyn, waarom men aan
E 2 de
His quidam Jignis atque haec exempla fecuti
Esfe apibus partem divina mentis et haufius
Mtherios dixêre. Deum namque ire per omnes
Terrasque traftusque maris coelumque pro-
fundum
Hincpecudes, armentaviros genus omnefe-
rarum
Quemque fibi tenues nafcentem arcesfere vitas
Scilicet hue reddi deinde ac refoluta referri
Omnia: nee morti esfe locum fed viva volare
Sideris in numerum atque alto fuccedere coelo