VRAGE VOOR 'T JAAR MDCCLXXII. 69 brenginge der eetwaren in het Mieren nest, zoo dra het gemaakt is, waar om- trend inderdaad die diertjes zigop eene verbazende wyze, bevlytigen. In ho- ratius is het derhalvente dulden, als hy zingtingevolge de voorbarige Ge- volgtrekkinge der Aloudheid Maar hoe men de Heeren bochart en schultens vry zal pleiten, we gens hun overnemen van dat vooroor deel der Aloudheid, weet ik niet, daar Salomo de eenvoudige waarheid fpreekt, zonder van eenigen wintervoorraad te reppen. De Mieren zegt hy, hebben geenen OverflenAmptman of Heerfcher zy zyn een zwak volk, en evenwel zy be-> reiden haar brood in den fomeren zy vergaderen hare fpyze in den oogst. Wat E 3 wil Parvola, narnque exemplo est, magni Formica ■laboris Ore trahit, quodcamque potest atque addit acervo Quem Jïruithand ignaraac non incauta futuri. Qiia?,Jïmul inverfum contrijlat Aquarius annum, Non usquam prorepitillis utitur ante Qiia'Jitis fapiens

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 103