70 J. VAN IPEREN ANTWOORD OP DE wil dat nu anders beduidendan dat de Mieren geene gelegenheid laten voorby glippenom hare kinderenhuisgenoo- ten en gemeenebest te verzorgenzonder dat zy nogtans daar toe, door dwang of overheerfchinge, behoeven genoodzaakt te worden? Onze en meer andere Over zettingen, maken gewag van Vosfen, welke Simfon gebruikt zou hebben om de ftaande koornvelden der Philiftynen in brand te fteken: maar de Heer has- s e l qu i s t ftaat nog in twyffelof men de Chicals der Turken, dat is deGulde- ne Wolvendaar het omtrend Gaza en in Galilasa van krieltniet liever voor die Vosfen te houden hebbe. Te weten, onze Overzetters waren nog zoo bedre ven niet in de Natuurlyke Hiftorieals wy tegenwoordig kunnen zyn. Maar blykt het dan daar niet uit, dat zelf eene gebrekkige Uitlegginge der H. Schrift, ons aanleidinge zou kunnen geven, om Gevolgtrekkingen te maken, daar een Naturalist den fpot mede zou moeten dry ven om dat zy te verre voor uit loopenen naderhand bevonden worden tegen de Waarnemingenen Proefonder- vindingen te llryden? Die

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 104