VRAGE VOOR 'TJAAR MDCCLXXII. 71 Die zelfde overhaastinge heeft meer malen plaats in de uitfprakedie men doet over de Rangfchikkinge en het bepalen van de foort, tot welke eenig voorwerpof eenige ftoffedie ons on der den aandagt valt, behoort. Voor maals had men de zoogenaamde Keul- fche Aardevoor eene W^are en oor- fpronkelyke Aardjioffeaangezienen de Baron van hupsch was, ten voor leden jare, de eerfte, die haar heeft leeren kennen, als eene Houtagtige zelf- ftandigheidwelke in de meerendoor de minerale waterenin eene nog onbe kende foort van Valfche Aarde verwan- deldis. De Heer palier maakt eene Gevolgtrekkinge uit de grootte der Beenderen, onlangs in de Bommeler- waard gevondendat dezelvezoo wel als die, welke dikwyls, in Drenthe en el ders, zyn opgedolven, Olyfantsbeende- ren zouden zynhoewel de beroemde Hoogleeraar camper verklaart, dat gemelde beenderen beter, ten opzigte van het gemakkelyk afzonderen der Epi physes, waar van de blyken zig openba ren, met de Dyenbeenderen van een Menfchengeraamte van 16 tot 18 jaren overeenkomen. Maar ik vermoede, dat E 4 men

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 105