8ö J, VAN IPEREN ANTWOORD OP DE foit toujours plu a renouveller les Jources de felicitafin de ranimer leur reconnois' Jancepar eet tefuccesfion de bienfaits. Com- bien de chofes que nous ignoronsparce- que ce Dieu tout fage les deftine a rendre la vie plus agreable a nos arriere-neveux qiPïl tient comme en referve pour no- tre pojlerité? Alle Proefondervindingen en Waarnemingen, zonder vooroordee- len befchouwd, leeren ons dagelyks, dat er niets zoo vreemdniets zoo on gehoords uit te denken is, of de Nature openbaart ons wonderen, die nog vreem der, nog ongelooffelyker fchynen, en, die egter waarlyk voorvallen. By ge volg, men moet altoos tragten verder te gaan, dan de opgevatte vooroordee- len, of de ftelzels onzer Hoogleeraren en Meesters ons willen hebbenvooral dan, wanneer het ons, als brave Natuur onderzoekerste doen is, om de edele en nuttige wetenfehap der Natuurkun de uit te breiden, te befchaven en te verbeteren. Ja maarzal men zeggen, holamen mag evenwel niet verder gaan, dan de Proef- en W aarnemingen ons aanwyzen. Deze bedenkinge laat zig hooren, in zoo

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 114