82 j. van iperen antwoord op de verpligt is te befluiten dat er nog on eindig vele kleinere wezens en lichamen beftaanwelke hem het Mikrofcoop nim mer zal kunnen vertoonen. Behalven, dat al, wat vloeibaar is, altoos verwar- ringe van over elkanderefi loopende dee- len voortbrengt. Nooit mag men verder gaan, in het Gevolgtrekken, dan tot aan het perk, daar eene duidelyke en geltrenge Rede neerkunde ons brengen kanvoor zoo verre zy uitProeven en Waarnemingen redenkavelt. De Inbeelding^: ragt mag hier den haas niet fpelenen ons naar het betooverd gewest der herfenfchim- men henen liepen, swammerdam, leeuwenhoek de buffon en andere gaven te veel aan hunne Verbeeldinge toetoen zy zig onderwondenom het diep geheim der Voortteelinge te open baren. swammerdam, stenon en DE graaf lagen al ras agter, met hunne ftelzels van de Eijeren, die zy, in de Eijerftokken der levendbarende wyfjes, meenden ontdekt te hebben, zoo dra de Mannelyke Zaaddiertjesvan leeuwen hoek en hartzoeker, ten tooneele ge voerd werden. Maar deze Zaaddier tjes

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 116