VRAGE VOOR 'T JAAR MDCCLXXH. 8 j tjes verdwenen ook, op hunne beurt; toen needham, en vervolgens de buf fon, dezelve niet meer vonden. Maar moest dan daarom de Heer de buffon een nieuw flag van Homoeomerïendaar oudtyds anaxagoras zoo veel mede op had, te hulpe roepen, om de voe- dinge der vrugt uit alle de ledematen van man en wyf te ontleenen j en dus, door eenen tweeftryd tusfchen de we- derzydfche gelykvormige werktuigelyke lichaamtjes, beide, mannelyke en vrou- welyketot een beftaan te doen famen- fmelten; en aandiefamengefmoltenemaar eene zelfftandigheidmaar een leven te vergunnen? Wat al onverftaanbaarhe- den! Mag dat philofopberenof moet dat droomen heeten? Trouwens, wie zegt ons, dat het den Almagtigen en Alwyzen Schepper ondoenelyk zou zyndoor de Paringeiets levendig te makendat bevorens onbezield en mo- gelyk alleen irritabel was? Wie kan ons bewyzen, dat er in de Nature geene horologien (op dat ik my met dit beken de woord, verflaanbaarheidshalven, uit- F 2 druk- Men kan hieromtrend nader te regt raken by den Heer le francq van-beukhey, Natnur- ly&e Hiftorie van Holland. III. Deel bl. 86—no»

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 117