84 J. VAN IPEREN ANTWOORD ÖP DS drukke) dat ef geene horologien vóoi' handen zyn, welke door eene andere en vreemde magt moeten worden opge wonden en dat iets diergelyksin de paringe der levendbarende dieren, niet gefchieden zou Er zyn immers geene Waarnemingen en Proefondervindingen bekend, die dit allereenvoudigst ftelzel over hoop werpen Immerszoo lang iemand eenige mogelyke Oorzaken weet uit te denkendie ae Verfchynzelen een voudiger verklaren, dan de reeds ge maakte Gevolgtrekkingen der Natuur onderzoekers welke laatstgenoemdeof niet onmiddelyk tiit de Waarnemingen en Proefondervindingen voortvloeijen of ten mindenover het veroorzaken der Verfchynzelenen de Theorie der Natuurkundige Mechanicameer duis- ternisfedan ligt verfpreidenzoo kun nen ook dezelve Gevolgtrekkingen, by onbevooroordeeldengeenen ingang vinden. En hier uit blykt nogmaals middagklaarhoe uitftekend nuttig het uitdenken van mogelyke Oorzaken is, in de Natuurkundeal was het maar alleen, om, daar door, ftoute en windrige del- zeis welke men eenvoudigen, als de eenigfte Mogelyke, wil in de handen dop-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 118