IX 3 Het Genootfchap verlangtdat de beantwoor ding van het eerlte lid dezer Yrage op plaatfe- lyke en zoo naauwkeurige onderzoekingen, als de aart der zake gehengt, moge gegrond zyn; dat de bewyzen daar van, zoo veel mogelyk, by wyze van bylagen, nevens de beantwoor- dinge met renvoy aan dezelve, worden overge zonden. En met opzicht tot de tweede en ver dere leden dezer vraag wenscht het Genoot fchap, dat de gronden en redenen, waar van de fchryvers tot ftavinge van hunne begrip pen zullen gebruik maken, voomamelyk ont leend worden uit den aart van onze Zeeuwfche gronden en luchtsgefteldheiduit het geen de ondervinding in andere landenalwaar een der- gelyk climaat en gelykloortige gronden voor 't grootfte deel te vinden zynheeft geleerden uit de byzondere nuttigheid, voordeel en ge- fchiktheid van deze of gene planten of gewaslèn het zy tot eigen confumtie of verwerkinge in de Provincie, het zy tot vervoeringe naar el ders en gevolglyk ook uit de handeldryvende belangen van de Provincie. Noch ftelt het Genootfchap tot eene vraag 5 voor ie wordenen hoedanig zyn de gefchihjie middelenom derzelver culture gemeen te ma ken?

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 11