86 VAN IPEREN ANTWOORD OP DE naar wensch gedaagd zynde, befpiedde hymet zyne eigene Gezigtkundige werktuigen, menige fchoone nagten, dien grooten Planeet; beloerde hem in de wonderlyke verfehanfingen van zy- nen Ringen ontdekte eenen nieuwen uitgezetten fchildwagtbehalven de tweewelke galilaïus reeds had waar genomen. Toen begreep onze beroem de Wiskunftenaar wel haasten hy ont zag zig niet, die aanmerkenswaardige Gevolgtrekkinge te maken, dat al die verwonderenswaardige toeftel van Ma nen, zoo by Jupiter, als by Saturnus, en de Ring van den laatllenaangemerkt moesten worden, als kleine ligten, tot heerfchappy des nagtsen dus al ver der alzoo het éen Gevolg van zelf uit het ander voortvloeide, dat er bewoon- dersja wel vernuftige bewoondersop-, die magtiggroote Hemelballen moesten huisvesten, die zoodanige verligtinge, ter beheeringe hunner woonplaatzen, be hoefden van wegens den grooteren af- ftand Die fpreekwyze van Mofes kan den invloed der Starren op hcc Ondermaanfche, volgens de droomen der Oude Chaldccuwfche en JEgyptifche Aftrologen niet bedoeld hebben. Zie van der m yEPJN Disf. d? Mtmdï natali pag. 157. fqq.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 120