88 j. van iperen antwoord öp de
maar de Natuurbefchouwer van Geneve,
de fehrandere en teffens oordeelkundige
bonnet, met zoo veel yver en toejui-
ehinge bewandelt, dat hy den aandagt
van alle de Europifche Wysge^ren naar
zig trekt.
't Is waar, leibnits was wat onver-
ftaanbaar voor lagere vernuftenuit
hoofde zyner uitftekende fchranderheia
en weergaaloos doorzigttot in de diep-
fte geheimen der Bovennatuurkunde.
De waereldberoemde wolf en zyne
leerlingen bilfinger, canzkjs en foort-
gelykehebben de kettingen der fluitre-
denen wel duidelyker onder het oog ge-
bragtmaarom de waarheid te zeg
gen zoo magtig zigtbaar en overmatig,
dat de aandagt, onder het lezen van
hunne fchriften, veel meer valle op het
redenerende der vertogen, dan wel op
de beduiten derzelve, en op de waarhe
den die door Gevolgtrekkinge uit aan-
genomene en reeds bekende waarheden
voortvloeijen. Deze en dergelyke over
wegingen doen ons denkenop de Re»
gelenwelke menby het Gevolgtrek
ken, uit de Waarnemingen en Proefon-
dervindingen m agi moet nementer na-