92 j, van iperen antwoord op de ten einde het eigenhandig nadoen van Proef- en Waarnemingen, voor elk lief hebber, mogelyken gemakkelyk te ma ken! Waarfchynelyk zullen de Geleer de Genootfchappen van ons gelukkig Nederland daar met ernst op denken, alzoo het haar toch om de verbeterin- ge en uitbreidinge der kunften en weten schappen te doen is. 2. De tweede Regel kan deze zyn Indien het nadoen der Proeven en Waar- nemingen niet wel mogelyk is, dat men danten minjienmet eene Hijlorifcbe zekerheidpoge overtuigd te wordendat de berigtenwelke men van de Proeven en Waarnemingendie reeds gemaakt zynontfangtegt zynom er by het Ge volgtrekken op te kunnen Jlaat maken. Deze Regel koomt inzonderheid te pas by het gebruiken der Waarnemingen, welke, in vroegere tydenof in verre afge legene landengedaan zyn. Elk kan met maupertuis naar Lapland, met con- damine naar Quitomet de la caille naar de Kaap de Goede Hoopof met hasselqüist naar de Levant niet mede reizen. Zoo kan ieder de Proeven van den Secondeflingerop verfchillende Breed-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 126