VRAGE VOOR 3T JAAR MDCCLXXR. 95 tyke omftandighedenaltoos zullen vodï* vallen. Zulke Algemeene Gebeurtenis- en, vooronderftellen Algemeene On derwerpen, dat is Hoofdftoffen, Verhe- velingen, die, onder dezelfde toevallig heden gerakende, gelykvormige Ver- fchynzels opleveren. Laat, by voor beeld, het Water in de Lugt in alle der- zelver onderfcheidene Verfchynzelen naauwkeuriglyk worden opgemerkt dan zal menmet volle overtuiginge zy- nes gemoeds, befpeuren, dat zig het Water niet, of immers zeer weinig, en, dat zig daarentegen de Lugt, ongemeen fterk laat famendrukken. Dan, alzoo de geringe famendrukbaarheid des Wa ters, nog wel, ten minften voor een gedeelteaan de, daar in verholeneLugt kan worden toegefchrevenzoo moet volgen, dat het Water en de Lugt, of in de geheele Samendrukbaarheid, als éene eigenfehapverfchillenof ten min ften in het Meer of Minder, zoo mag- tig onderfcheiden zyn, dat men de Sa mendrukbaarheid zeer wel, als eene by- zondere eigenfehap der Lugt, mag aan zien: terwyl de Hardheid des Waters, tegen die Samendrukbaarheid, als eene tegenftrydige eigenfehap, over Haat.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 129